Pelgrim

Een pelgrimstocht
2004-11-09 11:41:55 (UTC)

Alleen de kruimels

Er kletst zonlicht tegen de ruiten, er staat lekkere muziek
op en ik heb twee mandarijnen op. De hemel geeft weer met
gulle hand en ik hou mijn zakken open om al het goede op te
vangen. Het is niet eerlijk, ik weet het. Er zijn mensen
die zich met moeite door het leven moeten slepen, die
moeten vechten om overeind te blijven, die steeds weer
omver geblazen worden door stormen, die moeten kruipen door
de modder. En ik kan steeds weer mijn gezicht naar de zon
keren, ook als ik T. mis, ook als dingen niet zo goed gaan.
Het zal wel een genetische kwestie zijn.

Ach, ik kom hier zo weinig, ik laat zoveel onverteld en
onvermeld. Ik kijk achterom en pik wat dingetjes uit de
laatste dagen. Niet de hele taart dus, alleen de kruimels.

Vrijdagavond schaaktraining, van onze dikke Israëlische
trainer. Een grappige man. Hij analyseerde een van mijn
partijen en concludeerde: a romantic approach to chess. And
probably to life, voegde ik er in gedachten aan toe.

Om half 11 moest hij weer met de trein mee, en ik sprong op
mijn fiets om nog een restje mee te maken van de
feestelijke expositie van het kunstenaarsplatform. Daar
waren gelukkig de goede mensen nog. J. (wat is die meid
sterk!) tilde mij (tachtig kilo dus) op, zonder haar rug te
breken, A. kwam mij nog even vertellen hoe het met haar
gaat en T. vroeg mij haar wijn op te drinken. Ze kwam er
niet doorheen.

T. zag er geweldig uit, met prachtige laarzen met veel
stoere gespen. Omdat ik dat alleen maar gedacht en niet
gezegd had, besloot ik haar na afloop nog even te bellen.
De woensdag ervoor was ik nog bij haar geweest, om te
kijken of dat kon: gewoon vriendschappelijk met elkaar
omgaan, zonder elkaar naar de slaapkamer te sleuren. Het
kon. Op deze vrijdagnacht hebben we nog een uurtje
gekletst, over Theo van Gogh, over de multiculturele
samenleving, over hoe we ons best moeten doen om
tegenstellingen niet aan te scherpen, over waarzeggerij,
over woensdagavond. Het was goed.

De volgende ochtend werd ik in Albert Heijn ineens
overvallen door het gemis. Hij pakte mij met zijn knokige
handen bij de schouders toen ik merkte wat ik aan het
neuriën was: een oud lied van Paul van Vliet: ik mis je
kleine hoofd op mijn grote witte kussen. Ineens scheurde
het gemis door mijn borst en T. was er heel erg niet.

Het is al bekend vanaf de oudheid. De doos van Pandora
bevatte allerlei rampen en de ergste zat onderin: de hoop.
Ik moet van die stiekeme hoop af, ik moet van dat gemis af.
Blijkbaar koester ik dat gemis, misschien omdat T. meestal
alleen in de pijn nog bij mij is. Dat wil ik anders gaan
doen. Het zal lastig worden, maar ik ga het proberen.

De schaakwedstrijd van die dag ging geweldig. Ik speelde
een van mijn beste partijen. Jammer genoeg was ik de enige
die won en ons team verloor met 4,5 – 3,5. ’s Avonds was A.
(niet de A. van het kunstenaarsplatform, maar A. uit D.)
er. Een heerlijke avond. Veel gepraat en met A. kun je ook
gewoon knuffelen zonder wat voor dubbelzinnigheid ook. Om
een uur of twee ging ze naar huis.

De volgende dag, zondag dus, was het weer heel druk. Ik
noem alleen mijn bezoekje aan de expositie. C. en P. waren
er. Het gaat niet goed met P. al houdt hij zich aardig op
de been. We hebben een tijd op de stoep van het gebouw
staan praten. Binnenkort moet hij maar eens een avond
langskomen, zodat we het glas kunnen heffen en de ellende
weg kunnen lachen en het volgende moment somber kunnen
zijn, maar toch de armen om elkaars schouders kunnen slaan
en weten dat het goed is dat we nu hier zijn.

Maandag ging het schaken alweer goed. De tweede avond
rapidschaken. Ik stond na de eerste drie ronden gedeeld
eerste, met een score van honderd procent, gisteravond
werden ronde 4 tot en met 6 gespeeld, maar nu zat ik met
mensen in de poule die in de eerste drie ronden ook de
maximale score hadden gehaald. Toegegeven, ik had wel wat
geluk, maar weer won ik alles, zodat ik nu alleen op kop
ga. En bij de gewone competitie zit ik ook in de lift. Ik
sta nu vierde, dus ik kom weer wat onder de mensen.

En nu is het lunchtijd. Ik klets wel een andere keer verder.

Pelgrim




Ad: